BLOG – Wat is er voorbij het sekspositieve utopia?
Tijdens mijn minor Genderstudies kwam ik voor het eerst in contact met sekspositief feminisme. Tot dat moment was ik ervan overtuigd dat feministen boze vrouwen waren, met okselhaar, zure gezichten en hatende ideeën over seks. De sekspositieve variant liet me zien hoe eenzijdig dat beeld was. Via de studie en het werk wat daarop volgde ontmoette ik de meest uiteenlopende mensen die zich niet in de heersende norm voelde passen. Mensen die seksualiteit wilden beleven op hun manier, die streden voor meer openheid over seksualiteit, die ‘slet’ als geuzennaam claimden, die porno maakten om zich te verzetten tegen het patriarchaat. Dat waren mijn ‘peeps’, het voelde als thuiskomen. Eén van de aspecten die me het meeste aansprak was de vrijheid om te mogen genieten, zonder schaamte, zonder taboe. Het recht op genot.
Sekspositief feminisme werd de rode draad in alles wat ik deed en bracht me op plekken waar seksualiteit een vanzelfsprekende mogelijkheid was, zonder dat het verplicht voelde. Kinky workshops, gruizige feestjes en alternatieve pornofestivals waar alles te zien, te ervaren en bespreken viel. Plekken waar mensen ruimte claimden met wie ze waren en wat ze wilden. Dit was het dan, het sekspositieve utopia. Voorbij de naïviteit die de seksuele revolutie in de jaren zeventig zo kenmerkte. Sekspositief feminisme was de bom. Nooit meer anders!
Tot er wat begon te knagen. Er fluisterde een stemmetje zachtjes in mijn oor, in een periode waarin ik worstelde met mijn seksualiteit. Seks was complex geworden en omgeven door narigheid. Het laatste waar ik behoefte aan had was het vieren van genot en het verkennen van mijn grenzen. Toch bleef ik gaan naar al die activiteiten, sterker nog, ik organiseerde ze zelf bij de vleet. Het voelde verloren en benauwend, alsof er geen plek was voor wat ik meemaakte. Niet alleen van buiten, maar vooral ook binnenin mijzelf. We hebben zo hard gevochten voor ons genot, de seksuele wereld lag aan mijn voeten. Praten over een gebrek, of over ongemak, angst, onzekerheid, dat voelde als falen.
In diezelfde periode kwam ik in contact met aseksualiteit. Een groeiende groep die zich tegen de seksuele norm verzette, die aandacht opeiste voor het feit dat zij geen seks willen, zonder dat daar een medisch probleem, trauma of religieuze overtuiging aan ten grondslag lag. Simpelweg omdat ze dat verlangen niet hadden en dat prima vonden. Die mogelijkheid om je goed te voelen bij het feit dat je geen seks wil vind ik misschien wel een van de radicaalste gedachten van de afgelopen paar jaar, juist omdat ik doe wat ik doe vanuit het sterke geloof dat het wél ok is om seks te willen op mijn manier en met mijn verlangen.
Mijn eigen worsteling met mijn negatieve gevoelens omtrent seks en het in contact komen met de aseksuele beweging maakten me bewust van een onuitgesproken norm, een norm waarin genot, seksueel plezier, vrijheid en blijheid de boventoon voeren. Sekspositief pionier Carol Queen schreef hier een paar jaar geleden al een goed stuk over waarin ze aangeeft dat sekspositief feminisme in essentie niet gaat over de lekkerste seks die je kan hebben op zoveel mogelijk manieren, maar over emancipatie en bewustzijn.
Als ik naar mijn eigen ontwikkeling kijk merk ik dat ik me meer wil richten op iets wat ik in mijn hoofd ‘seksrealisme’ ben gaan noemen. Laatst kwam de term ‘seksuele integriteit’ voorbij en ook daar kan ik me in vinden. Ik wil het (en waar nodig, mijn) ongemak zichtbaar maken, ruimte maken in de events die ik organiseer voor gevoelens die niet altijd himmelhoch jauchend zijn. Niet altijd alleen maar praten over de fantastische, empowerende mogelijkheden van seks en seksualiteit. Maar over wat moeilijk is, het ongemak, de pijn en het bereiken van je eigen grenzen. Zonder het te problematiseren of zelfs medicaliseren. Tevens ben ik benieuwd naar jullie verhalen en ervaringen. Hoe kijken jullie hier tegenaan?
Deze column is mede geïnspireerd door de blog van Non la Decadence.
Bron comic: Everyday Feminism