Over slachtoffers en vieze mannen (deel 2) – vooroordelen en misverstanden omtrent sekswerk
Eerder deze week verscheen op dit weblog het eerste deel van een artikel waarin LOVER redacteur Marije Janssen een aantal vooroordelen over sekswerk onderuit haalt. In dit tweede deel komt het beeld van de klant aan de orde: dat is toch een loser, zo’n vieze man in een trenchcoat? En ook de stand van zaken omtrent de verbetering van de positie van sekswerkers door legalisering komt aan bod: is het terecht om te concluderen dat die is mislukt?
Klant = vieze man
Niet alleen over sekswerkers bestaan duidelijke stereotypes, hetzelfde geldt voor de klanten. Want als je moet betalen voor seks is er iets mis met je, toch? Het zijn enkel vieze mannen in regenjassen die gebruik maken van de mogelijkheden van sekswerkers. Mannen kijken neer op degenen van wie ze betaalde seks betrekken, ze zien de ander puur als lustobject en niet als mens.
Klanten van sekswerkers zijn niet altijd de loserige, vernederende types zoals ze worden voorgesteld. Degenen die gebruik maken van de diensten van sekswerkers vormen een doorsnede van de samenleving. Van zakenman tot politicus tot huisvader tot kantoorklerk. Ook vrouwen kunnen klant zijn.
Lang niet altijd gaat het om de seks zelf, vaak genoeg zoeken mannen (persoonlijke) aandacht die ze thuis niet krijgen, of die ze sowieso niet durven vragen. Sommigen willen experimenteren, anderen zoeken intimiteit. Natuurlijk, in de meeste gevallen komt daar seks bij kijken. Maar klanten hebben niet per definitie het slechtste met de vrouwen voor. Ze zijn in sommige gevallen de eersten die misstanden aan de kaak stellen. Ze zitten letterlijk en figuurlijk dicht op de huid.
De gemeente Amsterdam betrekt klanten sinds een aantal jaren door middel van een klantenpanel bij de ‘raamprostitutie’. Zij doen verslag van mogelijke gedwongen prostitutie of uitbuiting. Een ander beeld is dat als de klant betaalt, hij de baas is en de zaken volledig in de hand heeft. Als het goed gaat is dit niet het geval, en is het de sekswerker zelf die duidelijk de grenzen stelt en bepaalt wat er wel en niet gebeurt. Weerbaarheid is een groot goed. Dáár zou de overheid in mogen investeren, in plaats van in verdere controles en registratie.
Verbetering positie sekswerkers door legalisering = mislukt
In 2000 werd het bordeelverbod opgeheven en sekswerk gelegaliseerd. Dit gebeurde met de intentie om de positie van sekswerkers te verbeteren en misstanden terug te dringen. Terugkijkend is daar niet veel van gekomen. Het lijkt er meer op dat de maatregel vooral de belastingkas heeft kunnen spekken en er te weinig wordt gekeken naar de specifieke behoeftes van de beroepsgroep om het werk op goede en eerlijke wijze uit te oefenen. Of naar een gerichte aanpak van degenen die kwaad in de zin hebben.
Als je kijkt naar de omstandigheden van de vrijwillig werkenden dan schort er nogal wat aan. Veel sekswerkers hebben geen mogelijkheid om zelfstandig te werken door het ingestelde vergunningensysteem waarin vooral al bestaande exploitanten een vergunning kregen. Er is te weinig rekening gehouden met privacy (bijvoorbeeld door registratie van sekswerkers). Banken willen sekswerkers nog altijd geen lening of hypotheek verstrekken: lees daarover meer.
Tegelijkertijd komen er horrorverhalen naar buiten over mensenhandelaren als Saban B., die vele vrouwen onder dreiging van zwaar geweld dwong om te werken. Wat zijn we opgeschoten als dit nog steeds kan gebeuren?
Voor critici is dit aanleiding om te zeggen dat de legalisering is mislukt. Dat Nederland de verkeerde weg heeft gekozen om de problematiek binnen de seksindustrie aan te pakken.
Deze conclusie komt naar mijn mening te vroeg en is daarom onjuist. Met alleen legalisering verander je niet zomaar de mentaliteit van een maatschappij of het algemene (diep verankerde) beeld van degenen die zich in deze beroepsgroep bevinden. Daar is volharding en doorzettingsvermogen voor nodig, twee stappen naar voren, één (of twee, of drie) stappen terug. Maar daarna wel weer een stap vooruit. Je hoeft maar naar de ontwikkeling van de vrouwenbeweging te kijken of naar de homo-emancipatie om je te realiseren hoe moeilijk het is om een situatie die voor een deel van de samenleving controversieel, of soms zelfs moreel onjuist is, te veranderen.